Vierduitstuk of halve
stuiver of
plak was lang het op de
cent na Nederlandse geldstuk van de minste waarde, 2½
cent. De naam 'vierduitstuk' geeft de historische waarde van de
munt weer: een
duit was een achtste
stuiver waard. Ook het
groot, een nog veel oudere
munt, had dezelfde waarde; af en toe werd het
vierduitstuk ook zo genoemd.
Het werd
plak genoemd omdat het lang het grootste bronzen geldstuk was. De
duit dateert uit de tijd voordat in Nederland het decimale geldsysteem werd ingevoerd aan het begin van de 19e eeuw. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de
munt ook wel een 'zinkstuk' genoemd omdat de bezetter het uit dit goedkopere metaal liet vervaardigen.
Tot 1948 was de
munt in Nederland een wettig betaalmiddel.
Zie ook
duit ,
groot en
plak