Een
es (ook: eng, enk of bolle
akker) is een verhoogde
akker, vaak te vinden op zandgronden in het oosten van Nederland zoals in Drenthe, Overijssel of Gelderland.
Benaming
In Drenthe en het noorden van Overijssel is
es het gangbare woord, net als in Twente en de Gelderse Achterhoek. In Salland en op de Veluwe wordt het woord enk vaker gebruikt. In de Liemers, het westen van Gelderland en in het Gooi spreekt men van eng. Maar overal heeft zo'n gebied dezelfde kenmerken.
In de Achterhoek en Twente waren ook kleinere essen, die behoorden tot een
boerderij. Deze individuele essen werden kampen genoemd. Toen de
grond schaars werd ging men over tot het exploiteren van ook de lager gelegen vochtige terreinen. Deze maten werden gebruikt om plaggen te steken en vee te weiden. Het verschil in hoogte tussen de kampen en de maten werd daardoor alleen maar groter en die verschillen zijn nog steeds medebepalend voor het landschap.
Plaatsnamen
Het bestanddeel -ink in veel Oost-Nederlandse plaats- en achternamen heeft geen relatie met het woord enk.
In Emmen is de
es net buiten het stadscentrum lange tijd bewaard gebleven, maar heeft inmiddels moeten wijken voor een parkeerplaats. De naam van de wijk Bargeres in Emmen refereert nog aan het
es-verleden van de stad. In het buurtschap Zuidbarge is nog een
es bewaard gebleven.
In Zwolle is de Oosterenk van oorsprong een enk.
Zie ook
esdorp.