Porselein is een bijzondere vorm van
keramiek;
keramiek is pottenbakkerskunst.
keramiek wordt gemaakt door het verhitten van
klei, variërend in zuiverheid en baktemperatuur. Andere vormen van
keramiek zijn
aardewerk, onder te verdelen in majolica, gekenmerkt door rode scherf, faience, gekenmerkt door gele scherf;
steengoed, waarbij een waterafstotende en glazuurachtige laag wordt bereikt door zout of soda aan het einde van het bakproces toe te voegen en terracotta, dat altijd ongeglazuurd is.
Productieproces
klei heeft de bijzondere eigenschap dat het gekneed kan worden als het materiaal nat is. De
klei wordt enige maanden in donkere kelders of putten opgeslagen om te rotten. Vele kleien zijn te vet om zonder toevoeging te kunnen worden verwerkt. Om
porselein te maken voegt men aan de zo wit mogelijke
klei, meestal kaolien genoemd, zilverzand (kwarts) toe om de massa minder vet en bij verhitting glasachtig te laten worden. Veldspaat (graniet) wordt toegevoegd om de baktemperatuur te verlagen (in de verhouding 2:1:1). Vervolgens wordt het water uit de massa geperst.
Na de vorming met behulp van mallen en het drogen (3 maanden) wordt het europese
porselein tweemaal gebakken. De eerste keer bij 900 ºC, waarna het zgn. biscuit ontstaat. Vervolgens wordt het
glazuur (een waterig mengsel van porseleinaarde, vermengd met
tin of
lood) aangebracht. Het gladbakken gebeurt bij ca 1400 ºC en duurt minstens een dag. Als de oven is uitgebrand en afgekoeld (het vullen en leeghalen duurde ongeveer tien dagen), wordt het
porselein beoordeeld op kwaliteit. Bij het bakken is de krimp een
groot probleem, ongeveer 10% van de massa is verdampt. In de 18de eeuw moest soms de helft van de produktie worden weggegooid (misbaksels), door een te lage of te hoge baktemperatuur. Veel porseleinfabrieken hielden het dan ook niet lang vol en gingen failliet. Meestal wordt het voorwerp in verfijnde kleuren beschilderd, waarna de decoraties worden gemoffeld in een oven bij 600-900 ºC.
porselein klinkt helder, is reuk- en smaakloos en verkleurt niet. Ook niet na enkele eeuwen in zee in een scheepswrak te hebben gelegen.
geschiedenis
porselein werd reeds in China vervaardigd in 8de eeuw. Toen Marco Polo het voor het eerst in de 13de eeuw naar Europa bracht over de zogenaamde zijderoute, dachten de mensen onmiddellijk aan de schitterende schelpen die ze kenden als porcellana (familie van de Cypraeidae). Zo ontstond de naam
porselein. Pas toen de Portugezen rond 1517 de zeeroute naar China ontdekten, werd het
porselein ook in Europa populair. Philips II bezat 3.000 stuks chinees
porselein en in Lissabon waren in 1585 al tien porseleinwinkels. In Nederland werd
porselein goed bekend, toen in 1603 drie portugese schepen werden gekaapt, beladen met zijde en
porselein. Op de veiling brachten het zogenaamde kraakporselein en de zijde veel geld op.
Het kraakporselein was goedkoop en speciaal voor de Europese markt bedoeld. Het werd door de VOC geïmporteerd en veelal als ballast onderin het schip geladen. In de Nederlandse huishoudens diende het chinese
porselein voornamelijk als siervoorwerp. Het werd te pronk gezet op kasten, op speciale richels en op de schoorsteenmantel. De pottenbakkers in Delft werden beïnvloed door het chinese
porselein. Ze gingen over tot het produceren een blauw-wit faience. De Chinezen produceerden ook voor de Arabische markt, voorwerpen zonder menselijke afbeeldingen.
Toen de Nederlanders vanwege een burgeroorlog tussen 1620 en 1650 niet zo gemakkelijk aan Chinees
porselein konden komen, gingen de VOC-schepen naar Japan om
porselein aan te schaffen. Het Japanse
porselein was echter veel duurder. De productie van Imari in Arita, niet ver Deshima (Japan) is opgestart door Koreanen rond het jaar 1600. De aanvoerproblemen vanuit Azië waren voor de pottenbakkers in Delft, Gouda, Harlingen en Makkum niet ongunstig.
De Chinezen wisten het procedé om
porselein te maken ongeveer 1.000 jaar geheim te houden. Aan het begin van de 18de eeuw lukte het de geoloog E.W. von Tschirnhaus, met de hulp van de alchemist J.F. Böttger om
porselein te maken (1708). De mannen werden financieel gesteund door de verzamelaar August de Sterke, keurvorst van Saksen. Böttger startte de eerste europese porseleinfabriek op in Meissen (1710) en vond veel navolging. Hij kreeg te maken met plagiaat en personeel dat wegliep naar de concurrentie. Pater d' Entrecolles, een franse Jezuit heeft de productiemethoden in China in een aantal beroemd geworden brieven beschreven.
Porseleinen eetservies
Na 1730 komt er ook gekleurd
porselein uit China, het zogenaamde famille rose en famille verte. Fraai en tamelijk zeldzaam is het famille noir. Ook werden er door de Europeanen speciale opdrachten in China geplaatst, het zogenaamde Chine de Commande, gekenmerkt door de europese taferelen, familiewapens, landschapjes, beroemde personen en actuele gebeurtenissen.
Het drinken van thee, koffie of chocolademelk werd in de 18de eeuw gemeen goed.
porselein bleek een duur, maar uitermate fraai en geschikt product om thee uit te drinken. De porseleinfabrikanten kregen steeds meer te maken met heftige concurrentie uit Engeland, waar rond 1750 een goedkoop procede om wit
aardewerk te produceren werd uitgevonden.
porselein wordt ook gebruikt als basismateriaal voor elektrische isolatoren omdat het stevig, duurzaam, weersbestendig en hittebestendig is. Verder wordt
porselein gebruikt in de tandtechnisch laboratoria bij het vervaardigen van kronen en bruggen. Ten slotte is
porselein ook gebruikt om poppen te vervaardigen.
porselein merken:
Alleen geregistreerde gebruikers kunnen links zien op dit forum! registreer of login om de links te kunnen zien! |